Gedichten over leven met kanker
Met dank aan Sonsoles.
Harry
De psycholoog heeft mij geleerd:
’t helpt als je de ziekte personifieert
we hebben hem ook een naam gegeven
sindsdien is Harry in mijn leven
Harry is vies
hij stinkt naar pies
hij rookt
hij snuift
hij blowt
hij zuipt
Harry laat winden
Ik kan het met Harry
niet goed vinden
Hij belt steeds aan, en als ik niet open
dan komt-ie achterom gelopen
Hij klopt op het raam, staat op mijn balkon
of gluurt uit een tuin vanaf het gazon
Ik weet niet wat ik moet beginnen
ten slotte laat ik hem maar binnen
hij houdt zich dan rustig, maar staart me aan
en komt veel te dicht bij me staan
Als hij zich weer eens komt melden
begin ik keihard op hem te schelden
Gadverdarrie
gore Harry
donder nou eens een keer op
en houd je vuile kankerkop
Hij slikt
hij schrikt
kruipt in een hoek
is even zoek
gaat op de vlucht, dat vind ik fijn
want altijd met hem bezig zijn
dat is voor Harry te veel eer
dus dat wil ik echt niet meer
Maar ook al trekt hij zich soms terug
Hij verschijnt meestal weer vlug
Hallo, roept hij, ik ben er nog
ik ga niet weg, dat weet je toch!
Ja, helaas het is een feit
Harry raak ik nooit meer kwijt