top of page

Genot

Ik verzet me graag tegen het cliché
van de immer dankbare kankerlijer
die zo enorm van het kleine geniet
en altijd blij is of nog blijer

Maar na een diep morfinedal
waar somberheid de dag typeerde
lijkt het of ik dat blije genieten
weer een beetje beter leerde

Zomaar een hele dag wakker zijn
wat kon ik daar in dat dal naar verlangen
gewoon een wasje kunnen draaien
mijn jas aan een haakje kunnen hangen

Iets boven uit de kast kunnen pakken
de stofzuiger weer kunnen hanteren
zelf mijn boodschappen kunnen halen
geen moeite met aantrekken van mijn kleren

Ik herpak het dagelijks leven
en denk twintig keer per dag: mijn god
de gewoonste dingen kunnen doen
wat een onbeschrijfelijk genot

 

bottom of page