Gedichten over leven met kanker
Genot
Ik verzet me graag tegen het cliché
van de immer dankbare kankerlijer
die zo enorm van het kleine geniet
en altijd blij is of nog blijer
Maar na een diep morfinedal
waar somberheid de dag typeerde
lijkt het of ik dat blije genieten
weer een beetje beter leerde
Zomaar een hele dag wakker zijn
wat kon ik daar in dat dal naar verlangen
gewoon een wasje kunnen draaien
mijn jas aan een haakje kunnen hangen
Iets boven uit de kast kunnen pakken
de stofzuiger weer kunnen hanteren
zelf mijn boodschappen kunnen halen
geen moeite met aantrekken van mijn kleren
Ik herpak het dagelijks leven
en denk twintig keer per dag: mijn god
de gewoonste dingen kunnen doen
wat een onbeschrijfelijk genot